06/08 laatste wandeldag naar Nidaros

9 augustus 2019 - Gjendesheim, Noorwegen

De langlaufpiste lag goed en na de laatste tentnacht sliepen we uit tot half negen. We moesten wel voortmaken want we hadden geen zin om onze voorsprong aan de Duitsers af te staan. Het bospad dat we de vorige avond hadden achtergelaten volgden we nu richting het recreatiepark net buiten Trondheim. We passeerden de schans waar ze bezig waren met de zomerse oefenversie van schansspringen. Het is grappig dat ze hier in de zomer ook voor de wintersport trainen; zo hebben we ook al langlaufers gezien die op miniski's op rollers de weg afsjezen.

Hoe dichter we Trondheim naderden, hoe meer mensen we tegenkwamen. Vooral 'sportieve wandelaars' en fietsers kruisten ons pad; joggen kennen ze hier niet echt precies. Na de schans kwamen we zeer mooie tentplekjes tegen en zagen aan een riviertje Anton inpakken. We wandelden een stukje samen en hij meldde ons dat Ludvig Trondheim had gehaald. Onderweg kwamen we Karl tegen, de oude man was ons dus stiekem voorbijgeglipt. Van de anderen was nog geen spoor te bekennen.

We namen afscheid van onze jonge Duitse metgezel en pauzeerden in een schapen/paardenwei. In de verte konden we Trondheim al zien liggen, vooral de grote lelijke radiotoren domineerde het uitzicht op de stad. We hadden wat pret met een mentaal gehandicapt lammetje (het was wel extreem mak) en vertrokken voor de laatste kilometers. Het was een zonnige dag en het voelde vreemd aan dat we bijna zouden aankomen op onze eindbestemming.

Algauw kwamen we van het laatste bospad en werden terug begroet door de asfalten woonwijken en de auto's en mensen die daarbij horen. Het was tevens bizar om terug verkeerslichten te zien. We gingen even het volksmuseum binnen om nog een stempel voor Koen te halen want hij had er één te weinig. Nog 4 km te gaan. We kwamen van boven dus met momenten zagen we de stad onder ons liggen. Ook de kathedraal kwam steeds dichterbij. Enkele steile afdalingen, een tochtje door de stad en we stonden eindelijk voor de prachtige kathedraal, de meest Noordelijke gotische kathedraal van Europa; in 1070 gebouwd als graf voor de heilige Olav en doorheen de eeuwen uitgebreid, afgebrand en heropgebouwd.

We namen een foto bij de laatste mijlpaal (0 km!) en  begaven ons naar het pelgrimscenter om ons brevet te halen. We hadden het gehaald! Aan de pelgrimsreceptie zat Karl te glunderen en Olavsouvenirs aan te kopen. Na hem kregen ook wij onze oorkonde en lieten ons registreren in het pelgrimsbestand: nummers 1005 en 1006 van dit jaar. Het aantal pelgrims stijgt blijkbaar elk jaar met 20%. 

We aten al onze lunchrestjes op en trokken de stad in om deze te bekijken. We wilden om 18u de pelgrimsmis bijwonen en hadden dus maar een kleine twee uur om de toerist uit te hangen. Het was gedaan met pelgrim zijn. We bezochten het oude stadsgedeelte met de gekleurde huisjes en passeerden langs de koninklijke residentie Stiftsgården, het grootste houten gebouw van Europa. We bekeken uiteraard de kathedraal. Deze wordt ook de donkere kathedraal genoemd omwille van het donker interieur en het weinige licht. We woonden de mis bij met enkele andere pelgrims en veel nieuwsgierige toeristen en waren onder de indruk van het imposante orgel. De mis was mooi en ingetogen en we kregen een zegen en zongen samen gezellig een liedje. We zagen Paul en Jozef terug alsook de drie Duitse musketiers. Na de mis kwamen we op het kathedraalplein ook de andere Duitsers en Michael tegen. Zijn vrouw was reeds gearriveerd en ze stonden allemaal vrolijk champagne binnen te gieten. Tom de mysterieuze Zwitser, die iedereen die hij tegenkwam trakteerde op worst en bier, kregen we ook eindelijk te zien.

We negeerden de Duitse eetplannen en gingen eten bij een (naar Noorse normen) goedkope afhaalchinees die we via tripadvisor hadden gevonden. De vrouw die in de keuken stond was hilarisch. Met haar kort haar, dikke neus en kleine gestalte leek ze net een aziatische heks. Ze doorzag ons direct en bij elke opmerking die we gaven volgde er een bulderlach. Op het grasperkje ernaast aten we onze chinese kip en eend op die minder goed smaakten dan we gehoopt hadden. Er volgde nog een supermarktstop en we haalden onze rugzakken aan het pelgrimscenter. Het werd tijd om naar de bus te gaan, om 22u30 zouden we terugrijden naar Otta, waar de auto nog (hopelijk) stond. Onderweg namen we een kijkje in het restaurant Egon, waar we hoopten Ludvig en rijke Tom tegen te komen. De zoektocht bleek tevergeefs, dus dronken we zelf nog een theetje en bier om onze aankomst te vieren. Dat was er nog niet van gekomen.

In het busstation ontdekten we dat de bus veel eerder in Otta zou aankomen dan gedacht. Hij zou namelijk stoppen aan het tankstation en daar 40 min wachten. We besloten daar uit te stappen, te voet was het tien minuten tot aan het station. Op de bus werd Koen een halfuur na vertrek berispt door een medepassagier omdat hij te luid praatte; het is een nacht/slaapbus Koen! Ons geloof in de mensheid kwam een beetje terug toen de vriendelijke buschauffeur ons direct aan het station afzette. De auto stond er nog en werkte nog en we reden door naar het Jørundgard openluchtmuseum, waar we 2,5 week geleden te voet gepasseerd waren. We hadden toen ontdekt dat het daar een ideale plek was om 's nachts met de auto te crashen. Het voertuig werd omgebouwd tot luxebed en tegen half vier lagen we te slapen.

Foto’s

4 Reacties

  1. L&M:
    9 augustus 2019
    Proficiat Ksenia & Koen. Prachtige prestatie om te onthouden.
  2. Ksenia Soucha:
    9 augustus 2019
    Inderdaad. Bedankt om te volgen!
  3. Karen en Koen:
    9 augustus 2019
    Woehoew, goed gedaan! En nu nog genieten als toerist! Tot binnenkort
  4. Ksenia Soucha:
    9 augustus 2019
    Merci! Volop bezig, het toeristenmelken gaat gewoon verder :-)