05/07 Wandeldag 4 Eidsvoll

8 juli 2019 - Eidsvoll, Noorwegen

De nacht in het bosje was gelukkig droog maar Koen had nogal last van de vliegtuigen (we sliepen in de buurt van de luchthaven Gardermoen) en van de werken in de buurt die tot laat doorgingen en weer vroeg begonnen. De etappe was gisteren ingekort en bijgevolg moesten we vandaag 27 à 28 km afleggen. Er was geen tijd te verliezen: inpakken en wegwezen. Het padje waar we op gekampeerd hadden kwam gelukkig terug uit op onze weg zodat we geen omweg moesten maken.

Het zou een lange asfaltdag worden, zo'n 95% verhard. Het voordeel is wel dat je tempo kan maken. We passeerden langs een zandmijn waar er druk gewerkt werd en kwamen weer uit op een pad dat langs gigantische velden liep. We moesten eigenlijk ons water bijvullen maar alle huisjes die we passeerden zagen er verlaten uit, waar was iedereen toch naartoe? Zouden ze allemaal naar hun werk zijn? In het gehucht Elstad sloegen we een straatje met woningen in maar durfden niet echt aan te bellen dus we strompelden verder tot we iemand tegenkwamen. In de doodlopende straat was net een man buitengekomen die we konden onderscheppen. Hij liet ons water vullen in zijn keukentje en stelde de drie standaardvragen die we gedurende de hele tocht te horen kregen: waarheen gaan jullie, vanwaar zijn jullie en hoe lang denk je over de tocht te doen? 

Met een zwaardere rugzak vervolgden we de tocht langs de weg en kwamen 's middags aan bij de pelgrimsherberg van Risebru. Aan het bankje bij de beek aten we onze lunch terwijl de zon haar best deed om ons rood te kleuren. We hadden er 10 km op zitten en hadden nog 17 te gaan, hoera. Na de lunch liepen we direct vertraging op omdat de weg nogal steil omhoog ging. Ons wandelgidsje van Ria Warmerdam is niet altijd even accuraat dus dat was een onaangename verrassing.

We naderden Råholt, een dorp van ongeveer 13 000 inwoners dat serieus is uitgebreid sinds de komst van de luchthaven. Beschaving betekent supermarkt en we doken de eerste Kiwi die we zagen binnen om lunch in te slaan. Deze aten we een tijdje later op aan de kerk. De pauze was noodzakelijk want onze voeten (en vooral die van Ksenia) begonnen serieus af te zien van het asfalt. Het kerkhof lag er zoals steeds netjes bij en leek een beetje op een parkje. Elk graf heeft hier een kleurrijk bloemenperkje dat keurig door de nabestaanden wordt verzorgd. Het is om die reden dat er op het kerkhof altijd waterkraantjes met gieters te vinden zijn.

We waren de pijn beu en kochten onderweg een voltarengel in de apotheek. Daarna brachten we een bezoek aan de tweede Kiwi van het dorp om avondeten te kopen. We zouden 's avonds een keukentje hebben dus we konden iets extra bijkopen. Het werden kaasworsten en bier voor Koen. En maar goed dat we het ticketje achteraf checkten want de incapabele kassierster had Koen bijna een sixpack van Carlsberg aangerekend in plaats van een halve liter. Dat scheelt toch al gauw 17 euro in dit dure land.

De voeten begonnen terug op te spelen dus we waren enthousiast toen we Eidsvollsbygningen naderden. Dit is een historisch monument waar in 1814 de Noorse grondwet is opgesteld. Het museum was helaas bijna gesloten maar we maakten dankbaar gebruik van het moderne café ernaast. 'Do you have free tea instead of coffee?' is blijkbaar niet de manier om een horecapand binnen te lopen maar daar was Ksenia zich niet echt van bewust. We wisten dat hier gratis koffie voor pelgrims te verkrijgen was maar van thee waren we niet zeker, vandaar de vraag. We kregen onze gratis thee én een stempel en bliezen even uit. Het was nog een zestal km tot aan de priesterswoning waar we gingen slapen. Samen met ons kwam er nog een pelgrim aan; een vreemde man zonder veters en een uitpuilende kleine rugzak. We zouden hem niet meer terug zien.

We sloegen een weggetje in dat langs de rivier liep en ons voorbij vervallen industriële ruïnes leidde. We liepen rond een meertje op een fijn bosweggetje en kwamen bij de elektriciteitscentrale Mago C, die haar energie haalt uit de waterval Vengerfossen. Ernaast stond een in onbruik geraakte pulpfabiek. Na de gebouwen kwamen we uit in een graanveld waar we in ware 'gladiatorstijl' door waadden (wie de referentie niet snapt moet de openingsscène van The Gladiator eens herbekijken).

Als afwisseling gingen we door een stukje bos en stuitten daarna op een omleiding die langs een gevangenis voor voorlopige hechtenis liep. Vlak erna passeerden we een groot bouwwerf waar ze bezig waren nieuwe treinsporen aan te leggen. Vijf kilometer voor aankomst besloten we voor de zekerheid ons logeeradres, de voormalige pastorie, te bellen. Het huis stond leeg en we waren welkom voor 28 euro p.p. We kregen een code voor de sleutelbox, wandelden nog een uurtje op asfalt en gingen binnen in het grote huis. 

Het was een grote en ouderwetse woning met een inrichting van begin 20e eeuw; het zou een mooi decor kunnen vormen voor een spookfilm door de kandelaars, krakende vloeren en vele deuren. We hadden keuze uit drie ruime kamers en kozen de grootste uit. We namen na 4 dagen nog eens een douche, aten onze worsten (met vieze pasta uit blik die daar stond om onze voorraad te sparen) en brachten nog wat tijd door in het grote salon. De blog werd bijgewerkt, de voeten gesmeerd en we maakten een verjaardagsfilmpje voor Ksenia's opa. Na vier dagen met de tent waren we blij om nog eens in echt bed te kunnen slapen.

Foto’s

1 Reactie

  1. Adrikkadrik:
    28 juli 2019
    :)) nice