04/07 wandeldag 3 Rulla-Bonntjemet

Ook hier een rustige en koude nacht gehad. 's Morgens was het toch behoorlijk fris. Rond 9u20 vertrokken en eerst langs de boerderij gepaseerd om water te halen en naar toilet te gaan. Op weg naar de boerderij zagen we 2 paarden die direct naar ons toe kwamen maar op een meter afstand bleven staan, zelfs als je met gras voor hun neus zwaaide.
De weg bracht ons langs mooie huisjes en landelijk gebied maar ook langs drukke autowegen. Twee keer deden we een overbodige omweg, o.a. omwille van een aanleg van een golfterrein. Tegen elf uur kwamen we aan in de kerk van Ullensaker, waar sinds het christentijdperk al een vierde kerk staat intussen. Ook vóór de christenen was dit blijkbaar een plek van verering waar Ull, de Noorse god van de sport en winterspelen, aanbeden werd. Benieuwd wat voor winterspelen ze 2000 jaar geleden al hadden. We zetten een stempel en konden de kerk in volle actie bewonderen want een tijdje later begonnen de klokken te luiden en kwam er een heuse begrafenisstoet naar buiten en konden we ook de kerk van binnen bekijken. Onze pauze begon wat uit de hand te lopen en maar goed ook want opeens begon het te stortregenen. Uiteindelijk zijn we pas rond 12u terug vertrokken, twijfelend of we onze jas al dan niet zouden aanhouden. De volgende kilometers brachten ons langs vele weides en velden. Na een korte stop in het veld liepen we het bos in en brak er weer een stortbui met hagel los. Gelukkig stonden we dan net onder een spar die de meeste neerslag tegenhield. Van een goede timing gesproken.
Rond half drie kwamen we aan in Jessheim waar we opnieuw aan een kerk even alles uitgooiden. Tegenover de kerk hadden we al een Kiwi (de plaatselijk supermarkt) gespot. Omdat het fris begon te worden, er regen in aantocht was en Koen naar toilet moest, gingen we op zoek naar een cafe. Helaas wandelden we de verkeerde kant op waardoor we in een tankstation terecht kwamen. Een hete thee deed goed en we gingen op zoek naar een gasbidon en wat eten. We hadden al gelezen dat de Noren dol zijn op pizza. Dit werd bevestigd door maar liefst 7 pizzeria's tegen te komen in de enkele straten due het stadje rijk is. 

Het bleek dat als we aan de kerk de andere kant waren opgegaan, we dan bij een gigantisch winkelcentrum waren uitgekomen. Daar vonden we een gasbidon, een nieuwe muts en handgel voor Ksenia (want die is weer begonnen aan haar marathon spullen kwijtraken) en verloren we heel veel tijd. Om nog maar te zwijgen van de extra belasting op de spieren. 

Een eindje na Jessheim passeerden we de grootste grafheuvel van Noord-Europa, de rustplaats van een zekere Koning Rakni uit de 7e eeuw. Blijkbaar werd de man begraven in volledige wapenuitrusting en met twee witte paarden. Het zal dus een belangrijke pee geweest zijn. Meer dan een met varens begroeide heuvel kregen we niet te zien, we hadden er toch meer van verwacht. Het pad liep verder langs een aangelegd parkje rondom een meer, precies een populaire plaats voor de lokale bevolking. En ook voor eenden. Het halfuur dat we daar zaten dobberde er een eenzame eend op het water. Toen we net wilden weggaan, kwam er ineens een horde eenden op ons afgestormd. Toen ze doorhadden dat we niets konden aanbieden trapten de twee mama-eenden met hun kroost het af. We passeerden wandelaars, joggers, fietsers en een heuse puppywandeling van de Oslo hondenschool. Ook de afvalbakken voor de grilletjes mochten niet ontbreken. De Noren zijn verwoede grillmasters; we hebben ze al vaak in parken zien zitten met minigrilletjes die in alle winkels in grote aantallen te koop zijn.
Het park uit hadden we nog een lange asfaltweg langs de baan voor de boeg. We besloten de etappe iets korter te maken en het bos in te slaan voor een slaapplaats. Deze vonden we algauw op een verlaten bospaadje. Tent op, eten, gehandicapte kikker redden en slapen maar.