01/08 wandeldag 26 Gammelgraeva naar Ry

3 augustus 2019 - Løkken Verk, Noorwegen

We hadden allebei uitstekend geslapen op ons verborgen grasveldje achter het groot geel bulldozer-opzetstuk. Ontbijten deden we opnieuw in ons geïmproviseerd keukentje, deze keer zonder kampvuur. We vertrokken goed op tijd want we hadden een missie: tijdig aankomen in het museumwinkeltje/pelgrimsinfo dat om 14u reeds dichtging. Ook de kerk moest in die tijdspanne bezocht worden. We hadden 5,5 uur om 16 km af te leggen, dus dat moest wel lukken. 

Na een steile afdaling en een stukje weg moesten we een keuze maken tussen twee routes: links van de rivier liep de gemakkelijkere route, rechts de steilere, met spectaculaire uitzichten die volgens ons boekje zouden tegenvallen. We moesten op tijd in de kerk zijn dus bleven we beneden aan de rivier. We kwamen algauw een prachtig vissershutje tegen. Er stond een bank met een tafel, een barbecue, een draaifauteuil en een kampvuurtje met haak. Vanboven hing een grote elandenkop. Er stonden kastjes die op slot waren dus het was duidelijk een privehut. We filterden daar water en trokken verder langs het rivierweggetje waarop we nog andere vissershutjes zagen. De Orkla, die net als ons op weg is naar Trondheim, bleek een populaire vissersrivier te zijn.

Even later kwamen we bij een koeienweide waar we even een bizar tafereel gade sloegen. Een kalfje was melk aan het drinken bij zijn mama maar hij was niet alleen. Aan de andere kant stond een volwassen koe, die zelf flink bedeeld was, ook van de uier te lebberen. We stonden even met verstomming geslagen want hadden zoiets nog nooit gezien. Toen we even later langs een boerderij kwamen, begon het op vreemde dierendag te lijken. Een kat kwam onze richting opgelopen en liep zeker een halve kilometer met ons mee. Zelfs toen Koen een sanitaire stop deed, kwam ze tussen zijn benen staan en ging languit in het gras liggen. We waren bezorgd want we moesten een autobaan op, maar daar besloot ze haar stalkpogingen te staken.

We rustten even uit aan Meslo, een boerderij met pelgrimaccomodatie. De hangmatten en traditionele hutjes creëerden daar een gezellige bedoening. We waren graag wat langer gebleven, maar de kerk met winkeltje riep ons tot orde. De pauze was goed getimed want niet veel later was het opnieuw puffen en zweten op een erg steil omhoog lopend pad. Eenmaal boven aangekomen hadden we een mooi uitzicht over Rennebu, het dorp waar we naartoe gingen. We ontmoetten er twee wat oudere Belgische mannen (Paul en Jozef) waarmee we even een praatje maakten. Ze hadden vorig jaar een deel gewandeld en vervolmaakten nu de tocht vanuit Dovre. Niet iedereen is gezegend met zulk lange vakantie als wij.

We daalden af naar Rennebu en waren zelfs een uur voor sluitingstijd daar. En jawel,we hadden er meer dan 540 km op gewacht, maar we hadden eindelijk gratis stukken cake! Het meisje dat daar zat deed niet veel; geen informatie geven, noch thee aanbieden. Er kwam een oudere man langs die ons vertelde dat het winkeltje gebouwd werd in 1871 en 99 jaar lang bestaan heeft. De koopwaar die daar nu uitgestald staat dateert dus van 1970. In de jaren 80 is er een museum van gemaakt. De Belgen kwamen intussen ook toe en we maakten een praatje tot 14 u, waarna we kort de kerk bezochten voor een stempel. De kerk van Rennebu heeft een bijzondere vorm; in plaats van een kruis is het gebouwd in een Y-vorm, dit met de bedoeling de preekstoel dichter bij de congregatie te brengen. Voor de rest is het een typisch Noors kerkje met een houten interieur en een oogstrelend altaarstuk.

Na het kerkbezoek belden we ons logeeradres op en reserveerden een avondmaal. Het werd tijd om nog eens te douchen en het avondeten was voor een keer niet uitzonderlijk duur (17 euro voor een avondmaal behoort hier helaas tot de lagere prijsklasse). We namen een fotootje bij de mijlpaal (nog 101 km te gaan!) en deden nog even boodschappen in het supermarktje. We kwamen daar opnieuw het Tsjechisch kwartet tegen, maar het kon ons deze keer niet schelen waar ze zich bevonden want we waren zeker van onze slaapplek. Ksenia ontdekte nog een frambozenstruik met rijpe besjes en we plukten een potje vol vooraleer verder te gaan.

We moesten opnieuw een lange grindweg volgen die ons na 7 km bij ons logement zou brengen. We hadden een dag ingehaald dus we mochten het terug rustiger aan doen. Onderweg maakten we kennis met het fenomeen van een doodijsgat dat ontstaan is toen het ijs van de laatste ijstijd hier smolt. De vreemdedierendag ging verder toen we ineens een kudde schapen tegenkwamen die bezig waren met het asfalt schoon te likken, ook een erg vreemd zicht.

Aangekomen op ons verblijf, dat ook een voormalige boerderij is, ontdekten we dat we de enige pelgrims daar waren. Voor de rest waren er enkele vissers aanwezig voor wie dit logement oorspronkelijk bedoeld is. We kregen een lekkere zalm met gekookte aardappelen; smaakvol en vers maar iets te weinig. We namen na zes dagen nog eens een douche en brachten de rest van de avond door in het miniwoonwagonnetje dat dienst deed als keukentje. Alle elektronische apparaten werden nog eens opgeladen en het bijwerken van de blog werd afgewisseld met het spelen met de plaatselijke wilde kat en haar hyperactieve kitten. De beesten kropen op tafel en likten onze borden volledig uit. Het was ook oppassen met de mini want die zette maar al te graag zijn klauwen in de tent. Met dit olijke duo eindigde vreemdedierendag.

Foto’s

2 Reacties

  1. Ingrid:
    3 augustus 2019
    Je verhaal gelezen in de ijzertoren in Diksmuide.
    Gekke dieren in Noorwegen! Goed dat de pelgrims er nog zeer goed blijven uitzien. Het einde komt stilaan in zicht. Nog even doorbijten, jullie doen het uitstekend!
  2. Annemie:
    3 augustus 2019
    👍mooi!! Succes verder