09/08 roadtrip dag 3: wandelen op het dak van de reuzen

13 augustus 2019 - Flåm, Noorwegen

Onze toeristische graadmeter schoot vandaag de hoogte in door een van Noorwegens populairste wandeltochten te maken: de Besseggen. Elk jaar zijn er zo' n 50 000 mensen die de heuveltop beklimmen. De bergkamwandeling is slechts 14 km lang maar er zijn bijna 1000 hoogtemeters die bestegen moeten worden. Het is een van de mooiste wandelingen ter wereld dus die stond hoog op ons prioriteitenlijstje. Besseggen kan in twee richtingen worden gewandeld: je kan het overzetbootje van Gjendesheim naar Memurubu nemen en op het gemak te voet terugkeren, of je begint te wandelen vanuit Gjendesheim en neemt in Memurubu de boot terug. De eerste optie is de meest bewandelde en die kozen we ook.

We zetten de auto aan de parking-die uiteraard weer betalend was- op 1,7 km van het meer en namen daar de gratis/inbegrepen shuttlebus. We waren veel te vroeg en ontbeten op het gemak in de cafetaria aan het meer. Om 10u20 gingen we met een honderdtal andere wandelliefhebbers de boot op. 20 min varen, en we konden beginnen wandelen. Na een pelgrimage van een maand waar we een dertigtal mensen waren tegengekomen was het nu bijzonder bevreemdend om met tientallen anderen de berg op te vlammen. We waren nu een van hen: toeristen.

Reeds tijdens de klim werden we getrakteerd op mooie uitzichten op de omliggende bergen en ook onderweg bleven we verwend worden met spectaculaire vergezichten. We hadden geluk met het weer; het was bewolkt en hier en daar mistig, maar we kregen toch veel te zien en bleven droog. Zelfs de zon kreeg een figurantenrol toebedeeld. Na de eerste steile klim moesten we nog twee heuvels over vooraleer we aan de 'pièce de resistance' kwamen. Indien dit een computerspelletje was, dan was de lastste klim de 'boss' die verslaan moest worden. Steile rotswanden doemden voor ons op; de stokken werden weggeborgen en de handen werden ten aanval gebruikt. Het maakte alles een beetje avontuurlijker en het was een welkome afwisseling voor de benen.

Boven werden we omringd door een rotsig en desolaat maanlandschap en kregen we mooie berglandschappen en azuurblauwe meren te zien. What goes up, must go down; we hadden nog een steile afdaling te goed. Die ging bij sommigen al wat vlotter dan bij anderen; we kwamen zowel stoere mannen als lulletjes rozenwater tegen. Wij geraakten op een deftig tempo veilig beneden, namen de shuttlebus richting auto en gingen op zoek naar een slaapplek.

We vonden dat we na deze dag wel een etentje verdiend hadden. De elektriciteitsvrek die we terug passeerden zou niets aan ons verdienen, al hadden we wel zin in een van zijn pizza's. Onderweg stopten we even aan de Ridderspranget, een wilde rivier met waterval waar volgens een legende een ridder een van zijn mannen in gooide om zijn vijand te tonen wat er zou gebeuren als hij hem durfde te volgen. We kwamen daarna een andere eetgelegenheid tegen waar we een zogenaamde 'elkburger' aten aan een schappelijke prijs (slechts 20 euro p.p.). De auto parkeerden we aan de weg waar een oprit was voor enkele huisjes in het bos. 

Foto’s